In elke ontwikkelingsfase waarin je kind zich bevindt, komen specifieke angsten voor. Angsten die zich voordoen op de gebruikelijke leeftijd en die komen en gaan zijn volkomen normaal. Zo kan je kind van 2 jaar bang zijn voor het donker, een beetje later niet meer, en dan rond de leeftijd van 4 jaar opnieuw. Bepaalde angsten komen ook in een andere vorm terug.
Angst hoort bij de ontwikkeling van ieder kind. Je kan het niet voorkomen. Er bestaat ook geen wondermiddel om de angst van je ind in een handomdraai weg te nemen. Jij als ouder kan het best inschatten en uitzoeken wat voor jou en je kind nuttige tips zijn.
Kinderen tussen 2 en 4 jaar hebben een rijke fantasie. In het duister verandert alles plots in iets angstaanjagends. Ze zien bijvoorbeeld bewegende gordijnen veranderen in spoken. Het komt ook voor dat ze ervan overtuigd zijn dat er een monster of een spook onder hun bed zit. Kinderen zijn op die leeftijd verzot op sprookjes en verhaaltjes. Ze voegen er vaak nog verhaaltjes aan toe. Fantasie en werkelijkheid kunnen zich dan in elkaar vermengen. Ze kunnen die twee immers moeilijk van elkaar onderscheiden. Spoeken, monsters en andere vage begrippen- zelfs Sinterklaas en de Kerstman- gaan de bevattin van je kleuter te boven en kunnen in combinatie met zijn magische fantasie beangstigend worden. Het is belangrijk dat ouders deze fantasie een plaats geven en hun kund terugbrengen naar de realiteit.
Wat kun je doen om je peuter bij zijn angst te helpen?
- leg met eenvoudige woorden uit waarom iets gebeurt
-Bevestig zijn angst: 'ik weet dat je bang bent'
-Laat je kind zijn angst zo goed mogelijk verwoorden
- Bevestig dit door te zeggen waarom jij denkt dat hij bang is: 'ik begrijp dat jij bang bang bent voor ..., omdat...'
- Geef je kind het gevoel dat je hem gelooft, sterk hem, geef hem verrtrouwen.
-Volg hem in zijn fantasie: jaag het spook weg, zet een beschermridder voor de deur
-Gebruik boekjes of eigen ervaringen om uitleg te geven
- Biedt veiligheid, een (tijdelijke) knuffel of een andere vorm van troost (lampje aan)
-forceer niets: zeg niet dat er niets is
- Maak duidelijke afspraken bij sceidingangst, betrek de juf hierbij
- Projecteer je eigen angsten niet op je kind
Je kind, jijzelf en de omgeving spelen allen een rol.
Bang zijn behoort nu eenmaal tot het leven van ieder van ons, het is een ovelevingsmechanisme tegen bedreigende situaties. Het helpt het lichaam om te ontsnappen aan die bedreigin. Angsten zijn ook zinvol: ze zorgen ervoor dat j voorzichtig bent, bijvoorbeeld in het verkeer.